mr. B. Cornelissen (Bernard) | 19 februari 2015
Accountantskantoor vangt bot bij beroep op concurrentiebeding
Volgens de Kantonrechter in Amsterdam had accountantskantoor Londen & Van Holland (L&vH) in Amsterdam onvoldoende belang bij instandhouding van een concurrentie- c.q. relatiebeding ten aanzien van een voormalige klant.
De feiten
L&vH is een middelgroot accountants- en belastingadvieskantoor. Werknemer is op 1 februari 2007 in dienst getreden als accountantmedewerker. In de arbeidsovereenkomst is een geheimhoudings- en relatiebeding opgenomen. Op 23 oktober 2013 heeft werknemer L&vH te kennen gegeven het dienstverband met L&vH te willen opzeggen om als zelfstandige werkzaamheden te gaan verrichten op het gebied van online managementinformatiesystemen en online financiële administratie. Werknemer heeft L&vH verzocht hem te ontheffen van het relatiebeding ten aanzien van de besloten vennootschap X. X was toen al een aantal jaren cliënt van L&vH, waarvoor deze de accountantscontrole deed. L&vH heeft voor de controlewerkzaamheden in 2013 aan X een bedrag geoffreerd van (ongeveer) € 25.000,–. Op 28 november 2013 heeft L&vH de relatie met X telefonisch opgezegd. L&vH heeft werknemer vervolgens meegedeeld dat met X geen overeenstemming was bereikt over de accountantscontrole 2013 en dat het verzoek van werknemer om ontheven te worden van zijn relatiebeding ten aanzien van X werd afgewezen, tenzij hij L&vH een afkoopsom betaalde van € 25.000,–, zijnde de waarde van de niet door X geaccepteerde offerte. De voorzieningenrechter heeft het relatiebeding van werknemer geschorst. L&vH vordert daarop in een bodemprocedure dat voor recht wordt verklaard dat het relatiebeding rechtsgeldig is. Daarnaast wordt veroordeling van werknemer tot betaling van een boete gevorderd. In reconventie vordert werknemer schorsing van het relatiebeding ten aanzien van X.
Oordeel Kantonrechter Amsterdam
De kantonrechter is van mening dat de stelling van werknemer, dat het relatiebeding niet ten aanzien van X geldt omdat L&vH en X hun relatie hadden beëindigd voordat het dienstverband van werknemer was geëindigd, niet logisch is, niet taalkundig voortvloeit uit de tekst en duidelijk in strijd is met de bedoeling van partijen. Illustratief is in dit verband dat werknemer zelf ontheffing van het relatiebeding heeft gevraagd om bij X in dienst te kunnen treden. Het relatiebeding zou bovendien anders ook wel heel eenvoudig buiten werking kunnen worden gesteld, terwijl het doel van het beding is dat de relatie met L&vH door de nieuwe werkgever juist níet wordt opgezegd.
In het kader van de belangenafweging (ex artikel 7:653 lid 2 BW) oordeelt de Kantonrechter dat L&vH in casu onvoldoende belang heeft bij handhaving van het relatiebeding om het beding – ongewijzigd – in stand te laten, in die zin dat het werknemer verhindert (direct of indirect) voor X werkzaamheden te verrichten. Onvoldoende is komen vast te staan dat werknemer voor X werkzaamheden gaat doen die L&vH zelf ook aanbiedt of heeft aangeboden. Bovendien is ontheffing beperkt tot het werken voor X, terwijl de relatie met X door L&vH zelf reeds beëindigd is. Waar L&vH geen belang heeft, heeft zij ook geen recht. Aldus is werknemer geen boete verschuldigd. De vorderingen van worden afgewezen.
De moraal van het verhaal is dat een werkgever van tevoren goed dient na te denken over de vraag of hij wel een rechtens relevant belang heeft bij naleving van het concurrentie- en/of relatiebeding door de vertrekkende werknemer. Zo nee, dan is de kans groot dat hij bot vangt in zijn pogingen de werknemer aan het beding te houden.
mr. B. Cornelissen (bernard)
arbeidsrecht | ondernemingsrecht | overeenkomstenrecht
Na een aantal jaren bij een grote rechtsbijstandverzekeraar te hebben gewerkt, is Bernard in 1998 overgestapt naar de advocatuur. Hij heeft zich gespecialiseerd in het arbeidsrecht in al haar facetten en heeft de postdoctorale Grotius Opleiding Arbeidsrecht cum laude afgerond.
Bestuurders niet aansprakelijk voor schade wegens non-conformiteit mondmaskers
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 25 maart 2024 | Ondernemingsrecht | 0 reacties
Tijdens de coronacrisis aan de Nederlandse Staat geleverde mondmaskers blijken non-conform. De Staat wil dat de leverancier ruim € 43 miljoen terugbetaalt, maar dat gebeurt niet. De Staat stelt de bestuurders van de leverancier aansprakelijk
Concurrentiebeding wordt ingeperkt
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 25 maart 2024 | Arbeidsrecht en sociale zekerheid | 0 reacties
Een concurrentiebeding staat vaak standaard in arbeidsovereenkomsten – zelfs als van bescherming van de concurrentiepositie van het bedrijf geen sprake is. Dat belemmert werknemers om makkelijk over te stappen. Daarom wil de regering de mogelijkheden
Gedupeerden van mogelijke beleggingsfraude zien vele miljoenen verdampen
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 19 maart 2024 | Ondernemingsrecht | 0 reacties
Enkele beleggers zien hun bij een vrouw in beheer gegeven miljoenen in rap tempo verdampen, nadat zij is gearresteerd op verdenking van onder meer oplichting. In kort geding eisen zij dat de Staat de vrouw tijdelijk weer laat handelen om de verliezen
Verzoek tot wedertewerkstelling afgewezen; beide partijen schuldig aan conflict
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 19 maart 2024 | Arbeidsrecht en sociale zekerheid | 0 reacties
Een vrouw werkt al ruim 35 jaar voor een winkel die in handen is van haar broer en zoon. Ze is arbeidsongeschikt en in conflict met haar zoon. Daardoor kan ze niet re-integreren. Ze eist nu in kort geding bij de kantonrechter van de rechtbank
Geen vereenzelviging van aandeelhouder met bv
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 12 maart 2024 | Ondernemingsrecht | 0 reacties
Een leninggever leent een bedrag aan een besloten vennootschap (bv). Hij sluit ook een privélening met de directeur en enig aandeelhouder van deze bv. Bij die privélening wordt geen termijn voor terugbetaling afgesproken. Tegelijkertijd
Verwijtbaar gedrag tijdens ziekte kan ontbinding arbeidsovereenkomst in de weg staan
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 12 maart 2024 | Arbeidsrecht en sociale zekerheid | 0 reacties
Een werknemer liegt en bedriegt. De werkgever wil van hem af. Maar omdat dit gedrag is vertoond tijdens zijn arbeidsongeschiktheid (depressie), geldt een opzegverbod. De man kan dan niet worden ontslagen.
Een werkgever vraagt de kantonrechter
Werkgever had voor re-integratie eerst mediation moeten proberen
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 1 maart 2024 | Arbeidsrecht en sociale zekerheid | 0 reacties
Een werkgever wil dat een werknemer meewerkt aan zijn re-integratie na ziekte door een arbeidsconflict en vraagt de rechter de arbeidsovereenkomst te ontbinden als de man weigert. Volgens de rechtbank Limburg had de werkgever hem echter eerst
Bedrijf mocht medewerker niet aanzetten tot overtreding anti-ronselbeding
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 27 februari 2024 | Ondernemingsrecht | 0 reacties
Een anti-ronselbeding, dat vaker in arbeidsovereenkomsten staat, betekent dat een vertrokken werknemer oud-collega’s niet mag benaderen om ook over te stappen. Deze werknemer deed dat toch, en moet een boete betalen. Ook de nieuwe werkgever heeft
Politieke berichten van werknemer op LinkedIn geen reden voor ontslag
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 27 februari 2024 | Arbeidsrecht en sociale zekerheid | 0 reacties
Een werknemer plaatst twee berichten op LinkedIn over het conflict tussen Hamas en Israël. De werkgever stuurt direct aan op beëindiging van de arbeidsovereenkomst, maar handelt daarmee volgens de kantonrechter ‘ernstig verwijtbaar’.
Een vrouw werkt
Minderheidsaandeelhouders moeten ‘redelijke’ vergoeding krijgen voor hun aandelen
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 20 februari 2024 | Ondernemingsrecht | 0 reacties
Een meerderheidsaandeelhouder, die meer dan 95 procent van de aandelen houdt, kan minderheidsaandeelhouders dwingen hun aandelen over te dragen. Maar dan moeten zij wel een ‘reële en redelijke’ prijs krijgen. Dat is in deze zaak niet het geval.
Een
CONTACTGEGEVENS
Ariëns Advocaten Amersfoort
E info@ariensadvocaten.nl
T (033) 463 77 27
F (033) 461 51 40
Adres
Stadsring 75
3811 HN Amersfoort