mw. mr. N.C. Bouman-de Vos (Nicole) | 3 december 2014
Tot de dood ons scheidt…
De erfgenamen kunnen na het openvallen van een nalatenschap niet om de ‘ex’echtgenoot heen. Ook kan een erflater zonder kunstgrepen niet voorkomen dat de erfenis in handen valt van de schoonkinderen (de koude kant). Het huwelijk en het huwelijksvermogensrecht hangen nauw samen met het erfrecht. Op velerlei vlakken komen de rechtsgebieden elkaar tegen. Ter voorbeeld zal hierna op enkele situaties worden ingegaan.
Echtscheiding
Een huwelijk kan behalve door de dood ook door echtscheiding eindigen. Indien er sprake is van een huwelijksgoederengemeenschap (algemene gemeenschap van goederen of een in de huwelijkse voorwaarden gecreëerde beperkte gemeenschap) wordt deze door het overlijden ontbonden. Een echtgenoot die erfgenaam is op grond van de wet (bij versterf, dus voor zover geen testament is gemaakt) blijft echtgenoot tot het huwelijk door overlijden of echtscheiding is ontbonden. Bij een echtscheiding gaat het om de inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de Burgerlijke Stand.
Het is dus belangrijk dat er wordt ingegrepen indien tot een echtscheiding wordt besloten. Want ook al loopt er een echtscheidingsprocedure, als een van de echtenoten tijdens de procedure overlijdt, is de ander toch nog steeds erfgenaam. Dit kan voorkomen worden door de ander op voorhand tijdig in een testament te onterven. Dat de echtscheidingsprocedure geheel dient te zijn doorlopen is ook relevant voor het geval een echtgenoot niet onterfd is in een testament, maar juist in het testament is begunstigd door een erfstelling of legaat. In dat geval bepaalt de wet dat in het geval er ten tijde van het overlijden sprake was van een echtscheiding of scheiding van tafel en bed de begunstiging in het testament vervalt, tenzij uit het testament uitdrukkelijk blijkt dat dit niet de bedoeling is. Feitelijk komt de wetgever hiermee de erflater tegemoet die na een echtscheiding heeft nagelaten het testament aan te passen. Het enige erfrechtelijke fenomeen waar de echtscheidingsprocedure an sich al betekenis heeft, betreft het wettelijke recht van vruchtgebuik dat een slecht achtergelaten echtgenoot onder omstandigheden heeft en welk recht niet bij testament kan worden ontnomen. In die situatie vervalt het recht op vruchtgebruik indien meer dan een jaar voor het overlijden al de echtscheidingsprocedure was opgestart, tenzij het feit dat de echtscheiding op het moment van overlijden nog niet tot stand was gekomen niet aan die echtgenoot was te wijten.
Boedelmenging
Het huwelijksgoederenregiem heeft regelrecht gevolgen voor de omvang van de nalatenschap. In het geval van een gemeenschap valt immers slechts het aandeel van de erflater in die gemeenschap in de nalatenschap, de rest verkrijgt de echtgenoot uit hoofde van de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap. Afhankelijk van wie er begunstigd moet worden na het overlijden kan het dus goed zijn (in het zicht van het overlijden) juist nog een gemeenschap met de echtgenoot aan te gaan of juist niet. Dit is een fiscaal toegestane vorm van estate planning. Voor de echtgenoot kan deze vorm van boedelmenging beter zijn dan een in de huwelijkse voorwaarden overeengekomen finaal verrekenbeding met werking bij overlijden. De uitvoering van dit laatste kan namelijk in het gedrang komen als de kinderen hun legitieme portie (kindsdeel) gaan opeisen. Een boedelmenging kan echter wel een ongewenst effect hebben bij de kwaadwillende echtgenoot die de ander om het leven brengt. Door het handelen wordt de echtgenoot weliswaar erfrechtelijk onwaardig om te erven, maar de huwelijksgoederengemeenschap dient volgens de hoofdregel gewoon bij helfte verdeeld te worden. Slechts in zeer uitzonderlijke gevallen ziet een rechter reden om hier van af te wijken.
Uitsluitingsclausule
Tot slot is van belang in te gaan op de afscherming van de erfenis t.o.v. de koude kant van de familie. Anders dan in het buitenland veelal het geval is, valt een ontvangen erfenis niet automatisch buiten de huwelijksgemeenschap. Dit is alleen het geval indien de erflater in het testament een zogeheten uitsluitingsclausule heeft opgenomen. Oorspronkelijk was het de bedoeling de noodzaak hiertoe af te schaffen in de hervorming van het huwelijksvermogensrecht in 2012, maar deze specifieke wetswijziging heeft het niet gehaald. De uitsluitingsclausule is dus nog steeds nodig. De praktijk is dat de meeste notarissen dit standaard in een testament opnemen. Bijzondere aandacht in dit kader is echter nodig voor buitenlandse testamenten. Juist omdat in het buitenland een erfenis veelal al automatisch buiten de huwelijkse gemeenschap valt, bevat een buitenlands testament vaak niet standaard een uitsluitingsclausule. Als op het huwelijk van het kind echter het Nederlandse huwelijksvermogensrecht van toepassing is, kan het zijn dat de erfenis tegen de bedoeling van de erflater in wel in de gemeenschap valt.
Conclusie
Al met al is het zaak dat de erflater de zaken goed regelt en grip behoudt op de erfenis door het aangaan van huwelijkse voorwaarden, maar in ieder geval door het vastleggen van zijn wil in een testament. Voorts zij nog gewezen op de mogelijk een erfenis voor minderjarige kinderen testamentair onder bewind te stellen met benoeming van een bewindvoerder niet zijnde de ex-echtgenoot of het ouderlijk vruchtgenot bij testament uit te sluiten om de erfenis van het kind uit handen te houden van de ex-echtgenoot.
Zowel bij het aangaan van het huwelijk als het starten van een echtscheidingsprocedure geldt met het oog op de erfrechtelijke belangen dus heel sterk: ‘bezint eer ge begint’ en een goede juridische advisering is geboden.
mw. mr. N.C. bouman-de vos (nicole)
familierecht | erfrecht | overeenkomstenrecht
Nicole is in 2005 in twee studies, Nederlands Recht en Notarieel Recht, afgestudeerd aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Tijdens haar studie heeft zij bij een rechtswinkel gewerkt waar de liefde voor het vak is ontstaan. Sedert 2011 is zij werkzaam bij Ariëns Advocaten Amersfoort.
Zieke werknemer moet verplicht meewerken aan re-integratie
door Ariens | 23 april 2024 | Arbeidsrecht en sociale zekerheid | 0 reacties
Een werknemer die ziek is, moet meewerken aan zijn re-integratie. Bij tegenwerking of weigering kunnen de consequenties serieus zijn, zoals ontbinding van de arbeidsovereenkomst.
Dat merkte deze automonteur. Hij is 11 jaar in dienst als hij zich
Tekortschietende bindend adviseur hoeft geen schadevergoeding te betalen
door Ariens | 23 april 2024 | Ondernemingsrecht | 0 reacties
Een bindend adviseur moet de koopprijs van een supermarkt vaststellen. Het adviestraject duurt erg lang en de adviseur laat – anders dan afgesproken – na een transactiedatum vast te stellen. Voor een schadevergoeding voor de franchisenemer van deze
Bank mag coffeeshophouder zakelijke rekening niet weigeren
door Ariens | 16 april 2024 | Ondernemingsrecht | 0 reacties
Een bank beëindigt de privérekening en de zakelijke rekeningen van een man die een coffeeshop heeft. Dat had niet gemogen, oordeelt het gerechtshof.
De man heeft al decennialang een privérekening bij een bank. Sinds 2003 had hij daar
Benadelingsverbod beschermt bonafide klokkenluider tegen ontbinding arbeidsovereenkomst
door Ariens | 16 april 2024 | Arbeidsrecht en sociale zekerheid | 0 reacties
Een werknemer werkt als reparateur voor een fietsenproducent. Zijn werkgever vraagt de kantonrechter om ontbinding van zijn arbeidsovereenkomst vanwege ernstig verwijtbaar handelen. De man zou naar collega’s hebben geschreeuwd en gedreigd hebben om
Werknemer niet verplicht loyaliteitsverklaring te ondertekenen
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 8 april 2024 | Arbeidsrecht en sociale zekerheid | 0 reacties
Een werknemer heeft een conflict met zijn werkgever. Alleen als hij een loyaliteitsverklaring ondertekent, kan hij blijven. Het gerechtshof moet oordelen of dit zomaar kan.
Een man is sinds 2007 als technisch manager in dienst bij een instelling die
Wetsvoorstel tegen discriminatie op arbeidsmarkt strandt in Eerste Kamer
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 2 april 2024 | Arbeidsrecht en sociale zekerheid | 0 reacties
De Eerste Kamer heeft het wetsvoorstel dat discriminatie op de arbeidsmarkt moet voorkomen op 26 maart 2024 verworpen. Er is twijfel over het effect van de wet en er wordt gevreesd voor te veel regeldruk voor bedrijven.
Het wetsvoorstel ‘Toezicht
Tussenpersoon was vertegenwoordigingsbevoegd
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 2 april 2024 | Ondernemingsrecht | 0 reacties
Regelmatig doen bedrijven of instellingen zaken met elkaar via een tussenpersoon of vertegenwoordiger. De vraag is of deze een volmacht heeft om namens een partij op te treden, en of die partij gebonden is aan een overeenkomst die de
Concurrentiebeding wordt ingeperkt
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 25 maart 2024 | Arbeidsrecht en sociale zekerheid | 0 reacties
Een concurrentiebeding staat vaak standaard in arbeidsovereenkomsten – zelfs als van bescherming van de concurrentiepositie van het bedrijf geen sprake is. Dat belemmert werknemers om makkelijk over te stappen. Daarom wil de regering de mogelijkheden
Bestuurders niet aansprakelijk voor schade wegens non-conformiteit mondmaskers
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 25 maart 2024 | Ondernemingsrecht | 0 reacties
Tijdens de coronacrisis aan de Nederlandse Staat geleverde mondmaskers blijken non-conform. De Staat wil dat de leverancier ruim € 43 miljoen terugbetaalt, maar dat gebeurt niet. De Staat stelt de bestuurders van de leverancier aansprakelijk
Verzoek tot wedertewerkstelling afgewezen; beide partijen schuldig aan conflict
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 19 maart 2024 | Arbeidsrecht en sociale zekerheid | 0 reacties
Een vrouw werkt al ruim 35 jaar voor een winkel die in handen is van haar broer en zoon. Ze is arbeidsongeschikt en in conflict met haar zoon. Daardoor kan ze niet re-integreren. Ze eist nu in kort geding bij de kantonrechter van de rechtbank
CONTACTGEGEVENS
Ariëns Advocaten Amersfoort
E info@ariensadvocaten.nl
T (033) 463 77 27
F (033) 461 51 40
Adres
Stadsring 75
3811 HN Amersfoort