mr. B. Cornelissen (Bernard) | 20 mei 2013
Tussentijdse opzeggingsbevoegdheid of opzeggingsverplichting?
De zinsnede dat “de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd ‘kan’ worden opgezegd, duidt op een tussentijdse opzeggingsbevoegdheid ex artikel 7:667 lid 3 BW en niet op een (voorafgaande) opzeggingsverplichting ex artikel 7:667 lid 2 sub a BW”, aldus het Amsterdamse Gerechtshof.
De casus
Werknemer is voor bepaalde tijd in dienst getreden van Slooptechniek B.V. In de schriftelijke arbeidsovereenkomst staat opgenomen dat de arbeidsovereenkomst tussentijds opzegbaar is. Nadat deze arbeidsovereenkomst is geëindigd sluiten partijen opnieuw een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd en verklaren de inhoud van de vorige arbeidsovereenkomst van overeenkomstige toepassing. Werknemer zegt vervolgens de arbeidsovereenkomst tussentijds op. De centrale vraag is of rechtsgeldig een tussentijds opzegbeding op de tweede arbeidsovereenkomst is overeengekomen.
Oordeel hof
Nu artikel 1 lid 2 van de arbeidsovereenkomst van 2009 bepaalt dat partijen na ommekomst van de periode van drie maanden kunnen overeenkomen het dienstverband voor (on)bepaalde tijd ‘voort te zetten’ en de arbeidsovereenkomst van 2010 uitdrukkelijk stipuleert dat de bepalingen van de arbeidsovereenkomst van 2009 onveranderd van kracht blijven en onvoorwaardelijk onderdeel uitmaken van de arbeidsovereenkomst van 2010, kan volgens het Gerechtshof geen andere conclusie worden getrokken dan dat partijen hebben beoogd met de arbeidsovereenkomst van 2010 die van 2009 voort te zetten. Dit betekent dat artikel 1 lid 3 van de arbeidsovereenkomst van 2009 te dezen van toepassing is.
Vervolgens dient de vraag te worden beantwoord of het schriftelijke beding van artikel 1 lid 3 moet worden beschouwd als een bepaling als bedoeld in artikel 7:667 lid 2 aanhef en sub a BW (opzegging – tegen de einddatum van de overeenkomst – is nodig als dat in de overeenkomst is bepaald, het standpunt van werkgever) of als een bepaling als bedoeld in artikel 7:667 lid 3 BW (de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd is – ook tussentijds – opzegbaar, het standpunt van werknemer). Het hof is van oordeel dat het laatste het geval is. Redengevend acht het hof daarvoor dat de zeer algemene formulering die in artikel 1 lid 3 is gehanteerd, te weten dat de voortgezette arbeidsovereenkomst door ieder der partijen schriftelijk ‘kan’ worden opgezegd, erop duidt dat de kennelijke bedoeling van partijen is geweest aan partijen in dit opzicht een ruime bevoegdheid tot opzegging, met name (ook) een tot tussentijdse opzegging, te verschaffen. Als partijen de bedoeling zouden hebben gehad met artikel 1 lid 3 tot uitdrukking te brengen dat de overeenkomst voor bepaalde tijd niettemin moet worden opgezegd, zou volgens het hof een andere formulering van die bepaling dan de huidige voor de hand zou hebben gelegen. In dat geval zou artikel 1 lid 3 immers geen (discretionaire) bevoegdheid tot uitdrukking hebben gebracht maar partijen een verplichting hebben opgelegd, zodat niet het woord ‘kan’ maar het woord ‘dient’ aangewezen zou zijn geweest.
mr. B. Cornelissen (bernard)
arbeidsrecht | ondernemingsrecht | overeenkomstenrecht
Na een aantal jaren bij een grote rechtsbijstandverzekeraar te hebben gewerkt, is Bernard in 1998 overgestapt naar de advocatuur. Hij heeft zich gespecialiseerd in het arbeidsrecht in al haar facetten en heeft de postdoctorale Grotius Opleiding Arbeidsrecht cum laude afgerond.
Bestuurders niet aansprakelijk voor schade wegens non-conformiteit mondmaskers
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 25 maart 2024 | Ondernemingsrecht | 0 reacties
Tijdens de coronacrisis aan de Nederlandse Staat geleverde mondmaskers blijken non-conform. De Staat wil dat de leverancier ruim € 43 miljoen terugbetaalt, maar dat gebeurt niet. De Staat stelt de bestuurders van de leverancier aansprakelijk
Concurrentiebeding wordt ingeperkt
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 25 maart 2024 | Arbeidsrecht en sociale zekerheid | 0 reacties
Een concurrentiebeding staat vaak standaard in arbeidsovereenkomsten – zelfs als van bescherming van de concurrentiepositie van het bedrijf geen sprake is. Dat belemmert werknemers om makkelijk over te stappen. Daarom wil de regering de mogelijkheden
Gedupeerden van mogelijke beleggingsfraude zien vele miljoenen verdampen
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 19 maart 2024 | Ondernemingsrecht | 0 reacties
Enkele beleggers zien hun bij een vrouw in beheer gegeven miljoenen in rap tempo verdampen, nadat zij is gearresteerd op verdenking van onder meer oplichting. In kort geding eisen zij dat de Staat de vrouw tijdelijk weer laat handelen om de verliezen
Verzoek tot wedertewerkstelling afgewezen; beide partijen schuldig aan conflict
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 19 maart 2024 | Arbeidsrecht en sociale zekerheid | 0 reacties
Een vrouw werkt al ruim 35 jaar voor een winkel die in handen is van haar broer en zoon. Ze is arbeidsongeschikt en in conflict met haar zoon. Daardoor kan ze niet re-integreren. Ze eist nu in kort geding bij de kantonrechter van de rechtbank
Geen vereenzelviging van aandeelhouder met bv
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 12 maart 2024 | Ondernemingsrecht | 0 reacties
Een leninggever leent een bedrag aan een besloten vennootschap (bv). Hij sluit ook een privélening met de directeur en enig aandeelhouder van deze bv. Bij die privélening wordt geen termijn voor terugbetaling afgesproken. Tegelijkertijd
Verwijtbaar gedrag tijdens ziekte kan ontbinding arbeidsovereenkomst in de weg staan
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 12 maart 2024 | Arbeidsrecht en sociale zekerheid | 0 reacties
Een werknemer liegt en bedriegt. De werkgever wil van hem af. Maar omdat dit gedrag is vertoond tijdens zijn arbeidsongeschiktheid (depressie), geldt een opzegverbod. De man kan dan niet worden ontslagen.
Een werkgever vraagt de kantonrechter
Werkgever had voor re-integratie eerst mediation moeten proberen
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 1 maart 2024 | Arbeidsrecht en sociale zekerheid | 0 reacties
Een werkgever wil dat een werknemer meewerkt aan zijn re-integratie na ziekte door een arbeidsconflict en vraagt de rechter de arbeidsovereenkomst te ontbinden als de man weigert. Volgens de rechtbank Limburg had de werkgever hem echter eerst
Bedrijf mocht medewerker niet aanzetten tot overtreding anti-ronselbeding
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 27 februari 2024 | Ondernemingsrecht | 0 reacties
Een anti-ronselbeding, dat vaker in arbeidsovereenkomsten staat, betekent dat een vertrokken werknemer oud-collega’s niet mag benaderen om ook over te stappen. Deze werknemer deed dat toch, en moet een boete betalen. Ook de nieuwe werkgever heeft
Politieke berichten van werknemer op LinkedIn geen reden voor ontslag
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 27 februari 2024 | Arbeidsrecht en sociale zekerheid | 0 reacties
Een werknemer plaatst twee berichten op LinkedIn over het conflict tussen Hamas en Israël. De werkgever stuurt direct aan op beëindiging van de arbeidsovereenkomst, maar handelt daarmee volgens de kantonrechter ‘ernstig verwijtbaar’.
Een vrouw werkt
Minderheidsaandeelhouders moeten ‘redelijke’ vergoeding krijgen voor hun aandelen
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 20 februari 2024 | Ondernemingsrecht | 0 reacties
Een meerderheidsaandeelhouder, die meer dan 95 procent van de aandelen houdt, kan minderheidsaandeelhouders dwingen hun aandelen over te dragen. Maar dan moeten zij wel een ‘reële en redelijke’ prijs krijgen. Dat is in deze zaak niet het geval.
Een
CONTACTGEGEVENS
Ariëns Advocaten Amersfoort
E info@ariensadvocaten.nl
T (033) 463 77 27
F (033) 461 51 40
Adres
Stadsring 75
3811 HN Amersfoort