Mw. mr. D. Vrolijks | 30 december 2022
ADOPTIE VAN EEN MEERDERJARIGE
Voor de adoptie van een kind dat in Nederland woont geldt onder andere dat het minderjarig moet zijn, waarbij een kind van 12 jaar of ouder moet instemmen met zijn/haar adoptie. Maar hoe hard is dit minderjarigheidsvereiste eigenlijk?
Uit jurisprudentieonderzoek komt naar voren dat de Hoge Raad in het verleden steeds sterk heeft vastgehouden aan de door de wetgever opgestelde vereisten zoals deze zijn vastgelegd artikel 1:228 BW. In dit artikel is onder andere het minderjarigheidsvereiste als voorwaarde voor adoptie gesteld. Een rondgang door de uitspraken van rechtbanken en gerechtshoven levert echter op, dat dit vereiste soms terzijde wordt gesteld indien (zeer) bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven. Of er sprake is van bijzondere omstandigheden zal van geval tot geval verschillend worden beoordeeld.
Voorop staat dus, dat er voldoende bijzondere omstandigheden moeten worden aangevoerd om afwijking van de wettelijke vereisten te rechtvaardigen. Deze aan te voeren bijzondere omstandigheden zullen steeds moeten worden aangetoond door daarvan bewijsstukken in de procedure over te leggen. De rechter zal onderzoeken, of het weigeren van de gevraagde adoptie een inbreuk vormt op artikel 8 EVRM, waarin het recht op het familie- en gezinsleven is verankerd. Daarbij zal de rechter eerst moeten vaststellen of er tussen de adoptant en het te adopteren (meerderjarige) kind een nauwe persoonlijke betrekking bestaat. In het bevestigende geval komt het aan op de aangevoerde bijzondere omstandigheden voor het antwoord op de vraag, of een weigering van het adoptieverzoek een ongeoorloofde inmenging vormt op artikel 8 EVRM. Zo ja, dan zal met voorbijgaan aan de wettelijke vereisten van artikel 1:228 BW het adoptieverzoek worden toegewezen.
Uiteraard dient het te adopteren meerderjarige kind zélf natuurlijk óók gemotiveerd aan te geven, waarom hij/zij wil dat de adoptie wordt uitgesproken. Daarbij kan niet voorbij worden gegaan aan de ouder(s) van het kind, die in de procedure als belanghebbende(n) zal worden aangemerkt en mogelijk verweer tegen het adoptieverzoek zal voeren.
Voor het antwoord op de vraag wélke specifieke en individuele bijzondere omstandigheden van geval tot geval aanleiding hebben gevormd voor de rechter om het meerderjarigen adoptieverzoek toe te wijzen, kunnen (een van) onderstaande uitspraken worden geraadpleegd:
Rechtbank Limburg, 29 maart 2019, ECLI:NLRBLIM:2019:3955;Rechtbank Limburg, 17 november 2020, ECLI:NLRBLIM:2020:8975;
Rechtbank Rotterdam, 20 januari 2022, ECLI:NL:RBROT:2022:509;
Rechtbank Zwolle-Lelystad, 22 juni 2010, ECLI:NL:RBZWLY:2010:BM8664;
Rechtbank Gelderland, 24 april 2017, ECLI:NL:RBGEL:2017:6906;
Rechtbank Den Haag, 30 november 2020, ECLI:NL:RBDHA:2020:13034;
Rechtbank Den Haag, 7 oktober 2020, ECLI:NL:RBDHA:2020:10455;
Rechtbank Den Haag, 22 februari 2018, ECLI:NL:RBDHA:2018:2036;
Rechtbank Noord-Holland, 9 juli 2021, ECLI:NL:RBNHO:2021:7515;
Rechtbank Oost-Brabant, 29 oktober 2020, ECLI:NL:RBOBR:2020:5564;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 3 maart 2021, ECLI:NL:RBZWB:2021:1434;
Gerechtshof Den Haag, 17 maart 2021, ECLI:NL:GHDHA:2021:1959;
Gerechtshof Amsterdam, 16 maart 2000, ECLI:NL:GHAMS:2000:AA5155;
Gerechtshof Den Bosch, 18 november 2021, ECLI:NL:GHSHE:2021:3468;
Gerechtshof Den Bosch, 21 juli 2011, ECLI:NL:GHSHE:2011:BR2746;
Gerechtshof Amsterdam, 29 maart 2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:1162;
Gerechtshof Amsterdam, 7 januari 2020, ECLI:NL:RBNHO:2019:1573.