mw. mr. M. Hille Ris Lambers (Margriet) | 19 januari 2017
Studiekostenbeding? Werkgevers opgelet!
Het is werkgever toegestaan om met de werknemer afspraken te maken over de eventuele terugbetaling van studiekosten bij beëindiging van het dienstverband, die aanvankelijk door de werkgever zijn betaald.
Hierbij gelden op grond van de rechtspraak wel enkele kaders en meer in het algemeen ook de eisen van goed werkgeverschap.
Een studiekostenbeding is in principe rechtsgeldig als:
a) de periode is vastgesteld gedurende welke de werkgever geacht wordt baat te hebben van de door de werknemer tijdens diens studiewerkzaamheden verworven kennis en vaardigheden;
b) is bepaald dat de werknemer, indien de dienstbetrekking tijdens of onmiddellijk na afloop van de studieperiode eindigt, het loon over die periode aan de werkgever zal moeten terugbetalen;
c) deze terugbetalingsverplichting vermindert na evenredigheid van het voortduren van de dienstbetrekking gedurende de onder periode bedoeld onder punt a).
Er geldt dus een glijdende schaal, als het dienstverband langer geduurd heeft na de betaling van de studiekosten verminderd de terugbetalingsverplichting.
Verder moet er rekening gehouden worden met het volgende:
– de hoogte van de door de werknemer terug te betalen bedragen mag er niet toe leiden dat hij aan salaris minder overhoudt dan het minimumloon;
– over het algemeen is het niet toegestaan om de studiekosten terug te vorderen als de werkgever het initiatief tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst heeft genomen.
In de uitspraak van de Rechtbank Gelderland d.d. 16 november 2016 (ECLI:NL:RNGEL:2016:6183) leek aan deze eisen te zijn voldaan, echter de werkgever kon toch geen beroep doen op het studiekostenbeding. Wat was de situatie?
In het studiekostenbeding was een gefixeerd bedrag aan studiekosten opgenomen van € 4.000,- per jaar. Op zich is dit toelaatbaar. In deze zaak slaagde de werkgever er echter niet in om aan te tonen dat deze kosten ook daadwerkelijk gemaakt werden. De studie bleek te bestaan uit een verplichting voor de werknemer om wekelijks vier uur studieverlof op te nemen voor zelfstudie tijdens werktijd. Omdat de werknemer bij klanten werkte tegen een uurtarief van € 75,- per uur en de werkgever deze kosten gedurende vier uur per week derfde, was zij van mening dat er sprake was van studiekosten.
In de praktijk werden de vier uur per week wel geboekt als studie-uren, maar werden er tijdens deze uren gewoon (declarabele) werkzaamheden verricht. Voor zover er tijdens de studie-uren wel daadwerkelijk werd gestudeerd, was de kantonrechter van mening dat het enkel ging om studie tijdens werktijd die nodig is voor de goede uitoefening van de functie. De eventuele kosten daarvan dienden volgens de kantonrechter niet voor rekening van de werknemer te komen. Verder was de rechter van mening dat de werkgever de verregaande financiële gevolgen van het aangaan van het studiekostenbeding met werknemer had moeten bespreken. Dat was in dit geval niet gebeurd. Het feit de werknemer tot drie maal toe een arbeidsovereenkomst had getekend met daarin een uitgebreid studiekostenbeding is niet voldoende. De rechter kwam tot de conclusie dat de werknemer in redelijkheid niet aan het studiekostenbeding kon worden gehouden. Een studiekostenbeding met een gefixeerd bedrag is toegestaan, maar de werkgever moet dan wel de gemaakte kosten kunnen aantonen en voor het sluiten van het beding de werknemer gronden informeren over de gevolgen van het studiekostenbeding.

mw. mr. M. Hille Ris Lambers (margriet)
arbeidsrecht | overeenkomstenrecht
Margriet heeft gestudeerd aan de Rijksuniversiteit Utrecht, richting privaatrecht en is beëdigd als advocaat in 2003. Margriet kan u op heldere en deskundige wijze bijstaan bij alle geschillen en vraagstukken op het gebied van arbeidsrecht voor zowel ondernemers als particulieren.
Per 1 augustus 2022 diverse wijzigingen in het arbeidsrecht
door Ariens | 13 mei 2022 | Arbeidsrecht, Marc Haaijer | 0 reacties
Pandemie en familierechtspraak
door Ariens | 14 maart 2022 | Familierecht, Nicole de Vos | 0 reacties
HET GROTE BELANG VAN HET VERBETERTRAJECT EN DOSSIEROPBOUW BIJ DISFUNCTIONEREN
door Ariens | 7 februari 2022 | Arbeidsrecht, Margriet Hille Ris Lambers, Ontslagrecht | 0 reacties
Onderhuurbescherming
door Ariens | 26 oktober 2021 | Advocaten, Erwin Jonker, Huurrecht | 0 reacties
CONFLICT OVER MONDKAPJES: OPZEGGING DOOR WERKNEEMSTER NIET RECHTSGELDIG
door Ariens | 16 augustus 2021 | Advocaatkeuze, Arbeidsrecht, Geen categorie, Margriet Hille Ris Lambers | 0 reacties
Afrekenen bij beëindiging van een samenleving
door Ariens | 5 augustus 2021 | Advocaten, Ditte Vrolijks, Geen categorie | 0 reacties
Invoering digitale oprichting van een B.V. Wat verandert er?
door Ariens | 22 juni 2021 | Advocaten, Alfons Ariëns, Ondernemingsrecht | 0 reacties
Een internationale echtscheiding; wat is van belang om te weten?
door stylettodesign | 28 mei 2021 | Advocaten, Kim Kremer | 0 reacties
Scheiden doe je niet alleen!
door Ariens | 9 april 2021 | Advocaten, Familierecht, Nicole de Vos | 0 reacties
De pijn verdelen
door stylettodesign | 5 maart 2021 | Advocaten, Erwin Jonker | 0 reacties
De meeste van mijn zakelijke cliënten hebben 2020 gelukkig overleefd, maar als de huidige beperkingen blijven, dan ben ik bang dat een paar cliënten van mij het einde van 2021 niet gaan halen. Dat alleen de loonkosten (deels) worden vergoed is op zichzelf een prima initiatief. Ondertussen lopen de andere vaste lasten wel keihard door terwijl de omzetten sterk onder druk staan.
CONTACTGEGEVENS
Ariëns Advocaten Amersfoort
E info@ariensadvocaten.nl
T (033) 463 77 27
F (033) 461 51 40
Adres
Stadsring 75
3811 HN Amersfoort